Penisomtrek en Condooms - Onderzoeksmethode metingen

Inleiding

Methode: Metingen

Methode: Proefpersonen & stimuli

Voor stimulus

Na stimulus

Na stim. naar respons

Na stim. naar gem. erectie

Na stim. naar leeftijd

Gedurende slaap

Slotopmerkingen

Literatuur

Appendix: de Kinsey gegevens

2 Methode

2.1 Metingen

Fysiologische metingen. In onze onderzoeken naar seksuele opwinding bij mannen hebben we gebruik gemaakt van drie verschillende apparaten om de penisomtrek te meten: de elektromechanische spanningsmeter (Barlow et al., 1970), de indium-gallium-spanningsmeter (Bancroft et al., 1966) en de erectiometer.

De elektromechanische spanningsmeter bestaat uit twee gebogen plaatjes van chirurgisch staal die verbonden zijn via mechanische spanningsmeters (zie afbeelding 1). Als de penis in omvang toeneemt, worden de meters uitgerekt, waardoor er een evenredige verandering in de weerstand optreedt.  Een doorlopend elektrisch signaal registreert de veranderingen in de elektrische spanning die worden veroorzaakt door het uitrekken van de spanningsmeter. De meter wordt geijkt met behulp van een plastic kegel met 26 niveaus waarvan de omtrek (die uiteenloopt van 85 tot 160 mm) bekend is. In de onderzoeken waarin we gebruik hebben gemaakt van deze meter, vroegen we de proefpersonen hem ongeveer halverwege de penisschacht aan te brengen.

De indium-gallium-spanningsmeter bestaat uit een dun met indium-gallium gevuld rubber slangetje dat aan beide uiteinden met een platina elektrode is afgesloten (zie afbeelding 1). Een doorlopend elektrisch signaal registreert de veranderingen in de elektrische spanning die worden veroorzaakt door de uitrekking van de meter. De meter wordt op dezelfde wijze geijkt als de mechanische spanningsmeter. Deze spanningsmeter wordt eveneens ongeveer halverwege de penisschacht aangebracht.

spanningsmeter
AFBEELDING 1. De elektromechanische en de indium-gallium-spanningsmeter

De Erectiometer is een 2 cm brede band van viltstof van 19 cm lang die aan één zijde is voorzien van een verschuifbaar gespje (zie afbeelding 2). Op de band is een schaalverdeling in milimeters aangebracht. Hoe nauwer het gespje, hoe groter de kracht die nodig is om de Erectiometer te verschuiven. Er zijn twee soorten Erectiometer verkrijgbaar: een gele (waarvoor volgens de specificaties ongeveer 250 g expansiekracht benodigd is) en een groene (waarvoor volgens de specificaties ongeveer 450 g  expansiekracht benodigd is). In onze onderzoeken hebben we alleen gebruik gemaakt van de gele erectiometer. Bovendien hebben we in de hier besproken onderzoeken naast de erectiometer ook de mechanische spanningsmeter gebruikt. De proefpersonen werden geïnstrueerd de Erectiometer  ongeveer halverwege de penisschacht aan te brengen en ze kregen het verzoek zelf de stand van de erectiometer af te lezen.

Erectiometer
FIGURE 2. The Erectiometer

Zoals gezegd, vereist het enige kracht om de Erectiometer te verschuiven. Een voordeel van deze eigenschap is, dat er altijd als er een respons gemeten wordt sprake is van een zekere stijfheid van de penis. Wel moet opgemerkt worden dat bij meting met de Erectiometer om die reden een geringe onderschatting van de penisomtrek tijdens de erectie kan optreden. De elektromechanische en indium-gallium-spanningsmeter zijn mogelijk onbetrouwbaar aan de bovenkant van de zwellingscurve (Rosen & Beck, 1988). Dat wil zeggen dat deze apparaten bij een hoog responsniveau de omtrek wellicht overschatten. In een vergelijkend onderzoek hebben we inderdaad vastgesteld dat de twee spanningsmeters (met name de elektromechanische spanningsmeter) de absolute erectieniveaus soms overschatten. Bovendien vonden we betrekkelijk grote verschillen tussen deze twee spanningsmeters (Janssen, Vissenberg, Visser & Everaerd, in voorbereiding). Waarschijnlijk zijn deze kenmerken niet van invloed op de resultaten van experimentele onderzoeken, d.w.z. bij het vergelijken van de effecten van verschillende manipulaties. Het betekent echter wel dat deze apparaten slechts zeer beperkt bruikbaar zijn als het gaat om de vaststelling van het bereik van de penisomtrek.  Om die reden hebben we besloten alleen die onderzoeken te bespreken waarin de gegevens over de omtrek van de penis met behulp van de Erectiometer zijn verkregen.

DE ERECTIOMETER
  1. De proefpersonen deden de Erectiometer zelf om.
  2. De Erectiometer werd ongeveer halverwege de penisschacht aangebracht.
  3. De proefpersonen lazen zelf de stand af.
  4. Omdat er nogal wat kracht nodig is om de Erectiometer te verschuiven, is de meting van de penisomtrek waarschijnlijk aan de lage kant.

Subjectieve metingen. Voorafgaand aan en tijdens de experimentele sessies werden met behulp van schalen  de subjectieve opwinding, genitale responsen en emotionele gewaarwordingen gemeten.  In dit verslag beschrijven we alleen de metingen van de mate van erectie, zoals die door de proefpersoon werd beleefd. De proefpersonen in onderzoek 1 en onderzoek 2 (zie § 2.2) werd verzocht hun erectie-respons te plaatsen op een tien-puntsschaal, die liep van 'geen erectie' tot 'maximale erectie'. De proefpersonen in onderzoek 3 en 4 werd gevraagd hun sterkste genitale respons te beoordelen met behulp van een zes-punts-Likert-schaal (lopend van 'geen genitale gewaarwordingen' tot 'volledige erectie'). De erectie-responsen op de tien-puntsschaal werden als volgt ingedeeld: 1='geen erectie', 2-4='beginnende erectie', 5-7='gedeeltelijke erectie', 8-10= 'volledige erectie'. De erectie-responsen op de zes-punts-Likert-schaal werden als volgt ingedeeld: 1='geen erectie', 2-4='beginnende erectie', 5='gedeeltelijke erectie', 6='volledige erectie'.